In de vroegmoderne tijd was brand één van de grootste gevaren voor een dorp of stad. Alles bestond uit hout en brandweer was nog lang niet overal actief. Een enkele vonk kon hele straten in de as leggen. Geen wonder dus dat overheden en heren brandplakkaten uitvaardigden: openbare aankondigingen met strenge regels en zware straffen.
Wie naliet zijn haard goed af te sluiten, wie stookte op onveilige plekken of zelfs verdacht werd van brandstichting, kon rekenen op torenhoge boetes, lijfstraffen of verbanning. In de ergste gevallen wachtte de doodstraf. De angst voor vuur zat diep, en de overheid greep elk middel aan om orde en veiligheid af te dwingen.
Van sommige plakkaten bestaan nog prenten: grote vellen die aan kerken, herbergen of stadspoorten werden opgehangen. Duidelijke taal, vaak met dreigende bewoordingen en voorzien van het zegel van de landsheer of de schepenbank. Iedereen moest weten: met vuur speelde je niet.
Hoe zo'n plakkaat een rol speelt in 1 van onze verhalen? Ontdek hier